Door Kaspar Jansen
Kerstmis is als geen ander kerkelijk feest synoniem met zingen. De kerstzang, het Ere zij God in den hoge, het in de stille nacht, heilige nacht jubelen van vreugde om de geboorte van Christus met liederen, vloeiend en klaar, het lijkt de voortzetting van wat plaatsvond in de hemel boven Betlehem. Maar engelenzang en bazuingeschal ontbreken in de Bijbel. Lucas heeft het in de vertaling uit 1951 over „een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende Ere zij God…”
In Händels oratorium Messiah, waarin het kerstverhaal slechts een onderdeel is, klinken trompet en pauken juist op andere momenten. Zoals bij het einde der tijden, bij de plechtige herrijzenis van de doden (‘The trumpet shall sound’) en in het overweldigende koor Hallelujah! Wat Pieter Jan Leusink met zijn kleinschalige en ‘authentieke’ Bach Choir & Orchestra daarin liet horen is het tegendeel van het gebruikelijke nadrukkelijke gedreun. De vijftien zangers zorgden voor een feestelijk, flitsend vocaal vuurwerk. Alles klonk met opperste vreugdekreten spetterend door elkaar.
Leusinks stijlvolle Messiah was in de prachtige akoestiek onder de koepel van de Leidse Marekerk vaak vol vaart, lichten, glanzend en glinsterend, effectrijk en dynamisch. Countertenor Sytse Buwalda zong soms op de grens van het waarneembare, Thilo Dahlmann was een stevige, sonore bas. Ook dankzij de sopranen Olga Zinovieva en Jana Mamonova was hier meer vocaal kaliber dan bij het Combattimento met solisten uit het Nederlands Kamerkoor.
✓ Officieel verkoopkanaal ✓ Omruilgarantie ✓ Binnen 48 uur tickets in e-mail
✓ Betaal veilig